Herinneringen van H. de Winkel
Arnhem, 2014
Mijn eerste herinneringen gaan naar mei 1940 bij het uitbreken van de oorlog. Wij woonden in Huissen aan het Looveer in een kleine hechte buurtschap van enkele gezinnen.
Op de bewuste ochtend was de hemel bedekt met overvliegende vliegtuigen op weg naar het westen van Nederland. We hebben toen met enkele gezinnen onder de heg, die toen
nog langs de Veerweg stond, gezeten. Ik was toen vier jaar.
In onze omgeving kabbelde het leven daarna eigenlijk rustig verder, tot aan het dramatische jaar 1944. Nadat we op 14 september nog blij waren met de geboorte van een broertje,Gijs, nummer negen in het gezin,
kwam zondag 17 september. We gingen zoals wel vaker op die dag om tien uur naar de hoogmis in Huissen onder begeleiding van een oudere, in dit geval Jan Leenders.
Het was een prachtige zonnige dag.
Na afloop van de mis gingen wij op weg naar het Looveer. Op deze weg ter hoogte van de sluis was er plotseling de eerste aanval op het Looveer. We hebben ons staande onder de weg toen schuil gehouden.
Na ongeveer tien minuten was het in de lucht weer rustig en zijn we verder gegaan richting huis. Op de helft van de Looveerweg hebben we bij de tweede aanval tegen de toen daar aanwezige dam gelegen.
Toen het hierna wederom rustig was in de lucht zijn we verder gelopen. Aan het Looveer aangekomen ter hoogte van het toen daar staande veerhuis van de familie Martens werden we met zeer veel spoed
naar de schuilkelder gedirigeerd. Ik weet nog dat het daar erg vol en benauwd was.
Mijn volgende herinnering is dat ik uit de voor de helft ingestorte schuilkelder ben gekomen samen met mijn moeder die de baby in haar armen had en een zusje en een broer. De plek des onheil was bezaait
met onontplofte munitie van de vliegtuigen. Om deze onheilsplaats te ontvluchten zijn we op weg gegaan, begeleid door onderwijzer meester Tonnie Janssen, naar het centrum van
Huissen en tijdelijk ondergebracht bij familie.
Mijn vader had reeds bij de eerste aanval een granaatscherf in zijn bil gekregen en was door het rode kruis afgevoerd naar de Cremerstichting voor medische verzorging.
De daarop volgende uren zijn de meest
verschrikkelijke dingen langzaam tot ons doorgedrongen. Namelijk de dood van mijn twee oudere zusjes Marietje en Annie, respectievelijk twaalf en tien jaar oud en mijn twee jongere zusjes Rikie en Tilly,
respectievelijk drie en één jaar oud. Zij hebben de dood gevonden in de schuilkelder. Bovendien was mijn tante Truus, die als kraamhulp bij ons in huis was, in die middag omstreeks vier uur aan haar zware
verwondingen overleden. Zij was twintig jaar oud.
De volgende dag bij de identificatie van de overleden zusjes bleek er een niet aanwezig. Mijn vader is daarna met twee ooms van mij gaan zoeken langs de Rijn en in de polder hopend dat kind
daar nog ergens te vinden. Na beter zoeken in de school waar de slachtoffers waren neergelegd bleek mijn jongste zusje samen met een ander in dezelfde deken te zijn gerold.
Na de begrafenis en het door de Duitsers opblazen van onze woning, zonder dat wij ook maar in de gelegenheid waren maar een ding eruit te halen, kwam de tweede oktober.
Bij het bombardement op het centrum van Huissen zaten we in de kelder van het voormalige zustersklooster aan de Langekerkstraat. We hebben op de vloer gelegen maar werden door de
enorme ontploffingen finaal van de vloer getild. Hierna zijn we naar de Bloemstraat gegaan naar een broer van mijn vader.
Wij waren als gezin in die tijd afhankelijk van elke hulp en steun die wij maar konden krijgen. Mijn moeder had niet alleen vijf kinderen, maar ook een half gewonde en door
de omstandigheden hevig emotioneel leidende man erdoor te slepen.
Het verblijf in de Bloemstraat bestond uit zitten in een schuilkelder in een druivenkast bij de familie Tonk, snel wat te eten maken of melk halen bij boer Maters, en brood bij bakker Dolf Huisman. Beiden zaten toen nog in de Vierakkerstraat, tussen de puinhopen. Dit alles gebeurde
vaak in de ochtend als het schieten meestal even stopte.
Toen de verwarming in de druivenkast lek geschoten werd en de schuilkelder onder water kwam, hebben we ook nog een nacht in een droge sloot afgedekt met wat betonpalen gelegen.
Slapen konden we die nacht niet vanwege het aanhoudend granaatvuur.
Daarna kwam voor ons de evacuatie, we zijn lopende de eerste dag van Huissen via Pannerden naar Wehl bij Didam gelopen. Na een nacht in een boerenschuur zijn we de volgende dag naar
Doetinchem gelopen en daar ondergebracht in een school. Na enkele dagen zijn we door twee meisjes meegenomen naar huis en daar met het hele gezin ondergebracht. Daarna was het wachten
op een definitieve bestemming, vanwege de slechte toestand van mijn vader mochten we tenslotte naar Varsseveld. Met het daar toen rijdende spoortje zijn we daar heengegaan.
Aan het eindpunt werden we verdeeld onder de boeren, we hebben toen voor het eerst weer eens geluk gehad.
Ons hele gezin werd bij de familie Hofs aan de Aaltenseweg in huis opgenomen. Ik heb samen met mijn broer in een varkensstal naast de paardenstal al die tijd een heerlijke slaapplaats gehad.
In deze tijd was het grootste probleem het steeds sukkelen van mijn vader, ziekenhuis in ziekenhuis uit en het bombarderen van de spoorlijn richting Duitsland.
In de negen maanden dat wij daar zijn geweest ging ik naar de lagere school in het dorp om aan te geven hoe we daar zijn opgevangen. Wat de verdere oorlogszaken betreft heb ik van nabij
nog gezien hoe tweeëndertig jonge mannen door de Duitsers werden gefusilleerd, als represaille voor het plaatsen van een bom onder een auto met Duitse officieren.
Toen we eindelijk in augustus 1945 weer naar Huissen terug konden, ging dat per boerenwagen vol geladen met allerlei levensbehoeften en meubelen die door de buurtbewoners in Varsseveld
waren verzameld. Kort daarna hebben we in de Knuppelsteeg een noodwoning gekregen.
Helaas is op 4 oktober 1946 na de geboorte van mijn nu jongste zusje,Marian, mijn vader bezweken van ziekte en verdriet.
Mijn moeder daarentegen heeft als een rots in de branding gestaan voor het hele gezin. Helaas is zij op 11 maart 2004, op vierennegentig jarige leeftijd van ons heengegaan.
H. de Winkel
gerelateerde dossiers uit het Digitale
Monument:
Winkel, Hendrika Maria de (Rikie)
Winkel, Johanna Maria de (Annie)
Winkel, Maria Johanna de (Marietje)
Winkel, Mechtilda Theodora de (Tillie)
Hofs, Geertruida Maria (Anny)
Het monument ter nagedachtenis aan de 23 slachtoffers