Uitgebreide bijzonderheden van Vijnck van, Josephus Hubertus

De Arnhemse Koepelgevangenis aan de Oranjestraat is in september 1944 met zo'n 249 gevangenen behoorlijk gevuld. Er verblijven politieke gevangenen, economische deliquenten, misdadigers en zwarthandelaren. Het is er zelfs zo druk dat de meeste cellen zijn gevuld met 2 personen, sommige zelfs met drie. Onder hen is ook de 59-jarige Josephus Hubertus van Vijnck. De uit Amsterdam afkomstige Joseph is op 15 december 1943 gedetineerd na een veroordeling van 15 maanden wegens heling van fietsen.

Wanneer op 17 september 1944 de slag om Arnhem begint horen de gevangenen buiten de gevechtshandelingen. Op maandag 18 september worden alle celdeuren van het slot gehaald maar iedereen moet in zijn cel blijven. De gevechten zijn dan inmiddels in volle hevigheid aan de gang in de buurt van de gevangenis en kort daarop worden de gevangenen vrijgelaten. Van Vijnck en zijn celmaat lopen in eerste instantie omhoog richting het spoor maar daar worden ze teruggestuurd door de Britten. Via de Klingelbeekseweg gaan ze naar Oosterbeek maar daar worden de mannen bij het spoorwegviaduct wederom tegengehouden. De groep splitst zich op en verspreidt zich in alle richtingen. Joseph komt uiteindelijk bij Mariëndaal terecht alwaar hij door Duitsers wordt neergeschoten. Zijn lijk en dat van een andere persoon worden na de gevechtshandelingen door burgers gevonden nabij 'Theehuis de Koepel' aan de Schelmseweg en ter plekke begraven.

Na de oorlog in 1945 worden de lijken opgegraven en herbegraven in een verzamelgraf op de Algemene Begraafplaats Zuid in Oosterbeek. Sindsdien staat Joseph van Vijnck als 'vermist' te boek. Na onderzoek in 1997 blijkt dat van Vijnck één van degenen moet zijn die in het verzamelgraf liggen en worden zijn stoffelijke resten opgegraven en geïdentificeerd. Daarna volgt op 2 mei 1997 de officiële herbegrafenis in het bijzijn van twee van zijn kinderen en andere familie te Oosterbeek.

Venster sluiten