SLEUTEL FIGUREN:

DE LANDINGSTERREINEN EN PLAATSELIJKE SITUATIE

Deze kaart laat een aantal zwakheden in het plan zien welke onder meer de oorzaak waren van het
mislukken van het Arnhemse deel van de operatie.

1: De grote afstand tussen de landingsterreinen en de doelen.
2: Landingen verspreid over opeenvolgende dagen.

Alleen de eerste landing komt op tijd aan. De volgende landingen waren te laat (slecht weer), op de verkeerde locatie, en nog erger - helemaal niet. In een later stadium worden de voorraden op de aanvankelijk geplande locaties afgeworpen welke in de meeste gevallen inmiddels al in handen waren van de vijand.

Een van de grootste zwakheden van een luchtlandingsleger is dat ze niet ineens voldoende wapens en voorraden voor meedere dagen kunnen meenemen. Daarom is snelle en accurate bevoorrading essentieel. Bij Arnhem ware deze geplande terreinen in de meeste gevallen al in handen van de vijand. Omdat de piloten strikte opdracht hadden om signalen vanaf de grond te negeren was een bijstelling van deze zones niet mogelijk.

HET HOOFDDOEL: DE VERKEERSBRUG VAN ARNHEM

Een paar honderd meter verder stroomafwaarts bevind zich een tweede doel, de oude schipbrug.  Het middenstuk hiervan was echter een paart dagen voor de aanval verwijdert en lag een eindje verder stroomafwaaarts, en dus kon de schipbrug niet worden gebruikt voor een oversteek.

Twee kilometer verder stroomafwaarts bevind zich de spoorbrug bij Oosterbeek. Deze brug wordt opgeblazen op het moment wanneer de troepen de brug willen innemen. Een belangrijke tegenslag.

En dan is er 5 kilometer verder stroomafwaarts nog het Drielse Veer, de vierde oversteekplaats.

Op deze foto is goed te zien dat de huizen aan beide kanten van de oprit naar de brug een uitstekende dekking bieden. Vanuit deze huizen kunnen de soldaten de brug goed overzien en oprukkende vijanden onder vuur nemen. Deze luchtfoto is genomen in 1939 vlak na de voltooing van de brug.

VIJANDELIJKE POSITIES OP 17 SEPTEMBER

De waarschuwingen van het Nederlandse verzet worden door de Britten volkomen genegeerd. Men vertrouwde de ondergrondse niet. En dat terwijl het Nederlandse verzet een van de best georganiseerde in Europa was. De informatie die aan de Britten werd doorgegeven was zeer accuraat. Bovendien was deze informatie nog eens bevestigd door andere bronnen. Maar men vergat deze naast elkaar te leggen en te vergelijken.

Alarmerend is de aanwezigheid van de hoofkwartieren van de 9de en 10de SS Pantser Divisies zoals te zien op bovenstaande kaart. De aanwezigheid van tanks wordt nog eens bevestigd door verkenningsfoto's genomen door vliegtuigen vlak voor de start van de operatie. Op die foto's zijn een aantal tanks te zien die zich verdekt hebben opgesteld in de bossen rond Arnhem. De Britse inlichtingen officier Brian Urquart, die opdracht heeft gegeven tot deze verkenningsvluchten, wordt na het presenteren van de verontrustende foto's en bijbehorende informatie op ziekteverlof gestuurd.

Verder bevind zich in het gebied een SS opleidingschool en een afdeling van de Duitse Luftwaffe die het vliegveld bij Deelen bewaken. En de grote communicatie bunker 'Diogenes' van het Duitse Radar netwerk. Hoofdkwartier van de '3de Jagddivision'.

MULTIMEDIA AANVULLINGEN OP DEZE PAGINA