MARKETGARDEN.COM - THE DIGITAL MONUMENT 1995-2020
DE 3 BESLISSENDE FACTOREN VOOR DE PLANNING VAN DE LANDINGEN |
|
1: Men was in de veronderstelling dat de
luchtafweer boven Arnhem en Deelen te sterk was om over deze gebieden te kunnen vliegen
met vliegtuigen vol met troepen en voorraden. Ook was men van mening dat om die reden een
landing iets ten zuiden van Arnhem en dichtbij de verkeersbrug te riskant was. Het
enige goede alternatief waren de grote open terreinen ten noorden en zuiden van de
spoorweg ten westen van het dorp Wolfheze.
2: Met de beschikbare aantallen vliegtuigen en zweefvliegtuigen waren er drie
vluchten vanuit Engeland nodig om alle troepen te laten landen.
3: De vijand: de
inlichtingen waren voor de Britten nogal tegenstrijdig. Men was in de veronderstelling dat
van een snelle en directe confrontatie met een groot aantal vijandelijke troepen geen
sprake zou zijn. De schatting was dat de tegenstander ongeveer 3000 troepen ondersteund
door een paar tanks tegen de parachutisten zou kunnen inzetten. |
HET PLAN |
|
Op
basis van bovengenoemde factoren werden een aantal beslissingen genomen. De Divisie zou
bij daglicht landen op 3 opeenvolgende dagen. Iedere dag een vlucht. Op de eerste dag zou de lst Parachute
Brigade per parachute landen ten westen van Wolfheze. Hun taak: een snelle opmars naar
Arnhem en het veroveren van de Spoorbrug, Schipbrug en Verkeersbrug over de rivier de
Rijn. Tegelijkertijd zouden andere delen van de 1st Airlanding Brigade, Divisional
Headquarters en zoveel mogelijk ondersteunde eenheden met zweefvliegtuigen landen ten
noord-westen van Wolfheze. Zij zouden de landingsterreinen veilig stellen voor de
landingen van de volgende dag. De ondersteunden eenheden namen ook artillerie en anti-tank
kanonnen mee. Voor deze landing op de eerste dag waren 161 transport toestellen nodig voor
de parachutisten en nog eens 297 vliegtuigen en gliders voor de andere eenheden.
Op de tweede dag zou de
4th Parachute Brigade landen op een terrein tussen Planken Wambuis en het spoor evenals de
rest van de Airlanding Brigade. Zij zouden arriveren met 126 vliegtuigen voor
parachutisten en 305 zweefvliegtuigen. Tegelijk zouden 35 vliegtuigen voorraden droppen.
Op de derde dag zo de
1st Polish Parachute Brigade Group landen iets ten zuiden van de verkeersbrug te Arnhem.
Men ging er vanuit dat tegen die tijd het meeste luchtafweer wel zou zijn uitgeschakeld.
Ze zouden arriveren met 114 vliegtuigen voor parachutisten en 45 zweefvliegtuigen. Ook
zouden op de derde dag 163 vliegtuigen voorraden droppen voor de 1st Airborne Division.
Wanneer de
landingsterreinen niet meer nodig zouden zijn zouden de Airlanding Brigade + de 4th
Parachute Brigade + de 1st Polish Parachute Brigade Group een verdedingslinie vormen
rond Arnhem. De 1st Parachute Brigade die de bruggen bezetten zouden in reserve worden
gehouden. |
D-DAY: 17
SEPTEMBER |
|
De start van de operatie zou
zijn Zondag 17 september 1944. Het weer was goed op die dag en de vlucht van Engeland naar
Nederland was rustig. De eerste landingen beginnen om 1 uur in de middag en verliepen
vrijwel vlekkeloos. De troepen landen zonder noemenswaardige tegenstand en worden
ontvangen door een enthousiaste bevolking. Binnen 2,5
uur na de landing zijn de battalions van de 1st Parachute Brigade op weg naar hun doelen.
Om half acht 's avonds na een aantal gevechten bereiken de troepen van het 2nd Parachute
Battalion onder leiding van Lieutenant-Colonel J. D. Frost de verkeersbrug en nemen de
noordkant van de brug in handen zonder noemenswaardige tegenstand. De brug is intact
gebleven. Een company van het Battalion had de opdracht om de spoorbrug
bij Oosterbeek te veroveren. Maar deze wordt opgeblazen als ze arriveren. Ze worden
omsingeld en het lukt ze niet meer om de brug te bereieken en zich bij de anderen te
voegen. Het grootste deel van het hoofdkwartier van de 1st Parachute Brigade bereikt de
brug wel later op de avond.
Dit echter zonder hun commandant Brigadier Lathbury, die samen
met General Urquhart zich naar het 3rd Parachute Battalion had begeven en door de
gevechten werd gedwongen om bij die eenheid te blijven. Het 3rd Parachute Battalion en 1st
Parachute Battalion waren beide ook op weg om de opmars van het 2nd Parachute Battalion te
ondersteunen. Het 3rd Parachute Battalion om het hoge gedeelte ten noorden van Arnhem te
veroveren om te voorkomen dat de Duitsers deze zouden gebruiken om Arnhem van hier uit te
observeren. Maar de opmars werd ernstig vertraagd door toenemende tegenstand. In de nacht
en de vroege ochtend van 18 september worden verwoede pogingen ondernomen om door de
Duitse verdediging te dringen. Een kleine vooruitgang werd welliswaar geboekt maar dit
ging gepaard met zware verliezen. Uiteindelijk komt deze opmars bij het St. Elizabeth
Gasthuis Ziekenhuis tot stilstand.
In de vroege ochtend van de 18de valt de vijand de
landingsterreinen aan. Brigadier Hicks, die sinds de verdwijning van Generaal Urquhart de
leiding heeft overgenomen, weet door de schaarse berichten dat de 1st Parachute Brigade
het moelijk heeft en beslist om deze onmiddelijk te versterken, wanner die dag de landing
van de 4th Parachute Brigade plaats heeft gevonden moet ook deze eenheid te hulp schieten.
Echter vanwege het slechte weer in Engeland komen de troepen niet aan om tien uur in de
ochtend maar om drie uur in de middag. En alhoewel de aanvallen op de landingsterreinen in
hevigheid toenemen kan de 4th Parachute Brigade ten zuiden van Planken Wambuis landen. |
|
|