DE BRUG VAN ARNHEM |
Gedurende 18-19
september, vallen de troepen van Kampfgruppe Knaust en het merendeel van de tanks van
Hohenstaufen vanuit het noord- oosten de troepen bij de brug aan. Forst en zijn mannen
zijn omsingeld door een overmacht aan Duitse troepen, pantserwagens en tanks. Vooral de
Duitse kanonnen en mortieren maken veel slachtoffers onder de Britten. De kanonnen en
tanks kunnen zonder enige hinder de gebouwen onder vuur nemen. Rond de brug van Arnhem worden de para's op de 19de en 20ste constant bestookt met granaten en mortieren. De huizen worden in brand geschoten, er is gebrek aan eten en drinken, de munitie raakt op en het aantal gewonden loopt snel op. Toch weten de troepen stand te houden tegen de overmacht. Maar wanneer tegen de avond van de 20ste vrijwel alle gebouwen waar ze zich in kunnen verschansen in brand staan of kapot zijn geschoten, is er ook geen plek meer voor de gewonden. In de nacht dringen de Duitsers ook binnen in de posities. Op het moment dat ook John Frost gewond raakt verliest de verdediging een van zijn belangrijkste posities. In de Van Limburg Stirum School, welke halverwege de oprit naar de brug staat heeft een groep Royal Engineers en mannen van het 3rd Battalion al die tijd stand gehouden. En dat met wapens niet zwaarder dan een Brengun machinegeweer. Ongeveer 30 mannen zijn nog over maar er is vrijwel geen munitie meer en er is al lang geen water of eten meer. Wanneer een tank en kanon het vuur openen op het gebouw en het systematisch in puin schieten en er uiteindelijk brand ontstaat op de bovenste verdieping is de situatie niet meer houdbaar. De officieren Major Lewis en Lieutenant Wright raken gewond. Er ontstaat een emotionele situatie voor de mannen. Er is geen water om de brand te blussen en het is duidelijk dat het gebouw moet worden ge-evacueerd. Captain Mackay wijst een groep sappers aan om op de positie te blijven en daarmee te voorkomen dat het gebouw zal worden veroverd terwijl de rest zich terug zal trekken. De gewonden worden vanuit de kelders naar boven gebracht. De zwaar gewonden liggende op matrassen en deuren. Intussen vallen er meer doden en gewonden bij de achterblijvende verdedigers. Wanneer Captain Mackay terug keert om de laatse mannen op te halen is het de bedoeling dat de hele groep zich zal terugtrekken naar het dichtst bijzijnde gebouw. Maar ook buiten de school waar de gewonden zijn verzameld vallen nu slachtoffers. Major Lewis roept vanaf zijn matras: 'Het is tijd om ons over te geven'. Sommige mannen die niet gewond waren voelen zich schuldig om de gewonden in de steek te laten maar willen toch proberen om uit te breken. Op hun vraag of ze het mogen proberen wordt positief geantwoord. Ongeveer tien man inclusief de Captains Robinson en Mackay rennen de weg over naar het oosten om zich daar in de tuinen van huizen te verschuilen. Ze worden even later alsnog krijgsgevangen gemaakt. Mackay kan uiteindelijk ontsnappen en Engeland bereiken. Een sapper wordt naar de oprit gestuurd met een witte
handdoek aan zijn geweer ten teken dat de groep gewonden zich gaan overgeven. Maar hij
wordt onmiddelijk in beide benen getroffen door een Duits machinegeweer. Hij overlijd vijf
maanden later aan zijn verwondingen. Na dit incident komen de Duitsers dichterbij en wordt
het vuren gestaakt, de overgave volgt kort daarna. En zo eindigt de dappere strijd van de
mannen in de Van Limburg Stirum School. |
OOSTERBEEKSE HOEFIJZER |
Op 21 september om negen uur in de ochtend belegt Generaal Urquhart een meeting in zijn hoofdkwartier te Oosterbeek om een verdedigingslinie te vormen met de troepen die nog tot de beschikking staan. Deze troepen worden onderverdeeld in twee groepen. Een onder bevel van Brigadier Hicks en de ander onder bevel van Brigadier Hackett. Ze moeten een verdedigingslinie opbouwen in de vorm van een hoefijzer met de open kant aansluitend op de rivier. Het hoefijzer wordt gedurende de strijd wel steeds smaller en regelmatig breken de Duitsers door de linies heen maar houd uiteindelijk stand tot het einde. |
HET AANDEEL VAN DE 1ste POOLSE PARACHUTISTEN BRIGADE |
Het grootste deel
van de Poolse Anti-Tank eenheid is geland met de 1st Airborne Division op de eerste dag.
Gedurende de 18de en 19de september zijn ze geleidelijk aan opgenomen in de 1st Airborne
Division aan de noordzijde van de rivier. Vanwege de uitgestelde vluchten is de rest van de Brigade niet op de 19de geland zoals is gepland. En dat is maar goed ook omdat hun geplande landingsterrein iets ten zuiden van de brug van Arnhem volledig in handen is van de vijand. Een situatie waarvoor de commandant van de Brigade Generaal Sosabowski al voor heeft gevreesd. De taak van de Brigade om na de landing over de brug te trekken en de oostzijde van Arnhem te verdedigen is al achterhaald. Gezien het verloop van de strijd zal men hier ook niet meer aan toekomen voorlopig. Er wordt daarom voor de Polen een nieuw landingsterrein uitgekozen ten Noordwesten van het dorpje Driel aan de zuidzijde van de rivier. Zonder actuele informatie over het verloop van de strijd en de situatie ter plaatste, land de brigade op 21 september. De taak is gewijzigd: een brughoofd vormen aan de zuidzijde van de rivier tegenover de open zijde van het hoefijzer. Tijdens de vlucht vanuit Engeland naar Nederland komt er een gecodeerd bericht welke door twee derde van de piloten wordt opgevat als een opdracht om de vlucht af te breken en huiswaarts te keren. Hierdoor komt maar een derde van de Polen aan bij Driel. Tot hun grote ontzetting worden ze tijdens de landing van alle kanten onder vuur genomen. Het wemelt van de Duitsers in het gebied. Het is een wonder dat de landing verloopt met slechts zeer geringe verliezen. Maar de Polen liggen direct onder vuur en moeten zich terugtrekken op het dorp Driel. Hun zware wapens bevinden zich aan de andere kant van de rivier. Sosabowski stuurt onmiddellijk patrouilles op pad om de omgeving te verkennen. Deze verkenningseenheden constateren dat het veer bij Driel er niet meer is en dat de strategisch belangrijke heuvel de Westerbouwing, welke zich tegenover Driel bevind, volledig in handen is van de Duitsers. Zonder
dat ze het weten redden de Polen echter de ingesloten troepen van de 1st Airborne Division
aan de overkant. De Duitsers hebben een geconcentreerde aanval voor de volgende dag op het
hoefijzer gepland. De dreiging van de zojuist gelande Polen noodzaakt ze om troepen te
verplaatsen van de noordkant van de rivier naar de zuidkant. Hierdoor krijgt het hoefijzer
weer even wat lucht, al is het maar net voldoende om stand te houden. |
Voor een uigebreid verslag over het geallieerde verraad van de Poolse Parachutisten Brigade en haar bevelhebber Generaal Sosabowski verwijzen we u graag naar het boek 'All Men Are Brothers' uitgegeven door de Market Garden Foundation in 2005. Hierin vindt u tevens de dossiers van de 96 gesneuvelde Poolse militairen voorzien van een pasfoto en uitgebreide gegevens. Als gevolg van deze publicatie heeft een eerherstel plaats gevonden door de Nederlandse overheid. In 2006 is tijdens een ceremonie in Den Haag de hoogste onderscheiding die ons land kent (Militaire Willemsorde) toegekend aan de Brigade. Tevens ontving Generaal Sosabowski postuum de hoogste onderscheiding voor moed (Bronzen Leeuw). Beide onderscheidingen werden uitgereikt door Koningin Beatrix. (Een fotoverslag hiervan vind u in de photo gallery op deze website). |
MULTIMEDIA TOEVOEGINGEN VOOR DEZE PAGINA |
Dagboek Lt. Jerzy
H. Dyrda |